Op zondag 7 augustus 2016 vond in North Yorkshire (Noord Engeland) wederom de Grouse Pointing Test plaats. Dit jaar waren Ger Hagen met zijn Slowaakse Ruwharige Staande Hond Guusje Nina van Merlinhoeve en ondergetekende met mijn Weimaraner Tirenac Hazy Shade of Winter en ingeloot om deel te nemen aan deze test.
Net als vorig jaar was ook dit jaar de mogelijkheid geopend om de honden met geen of betrekkelijk weinig ervaring met het bejagen van de Grouse met dit prachtige veerwild bekend te maken. Er was op zaterdag 6 augustus, voorafgaand aan de veldwedstrijd, een oefendag ingepland op de Scargill Moor. Wij werden begeleid door een tweetal A-keurmeesters veldwerk, Maureen Nixon en Steve Chant, die ons voorzagen met veel tips en aanwijzingen. Je merkt dat het spel op de wind in dit heuvelachtige gebied heel anders is, dan wij in ons vlakke landje gewend zijn. De wind draait keer op keer en dat heeft natuurlijk effect op het werk van de staande hond. Voor je het weet sta je op het verkeerde been en denk je dat de hond niet meer op de wind werkt, maar de wind blijkt op die plek dan te zijn gedraaid.
Dit jaar was het heel bijzonder dat een uitzondering werd gemaakt voor de Slowaakse Ruwharige Staande Hond ‘Guusje’ van Ger Hagen om samen met 13 Weimaraners acte de préséance te geven op de Grouse Pointing test. En wat heeft Guusje mooi werk laten zien!
Guusje voorstaand op de opvliegende Grouse
Het doel van de Grouse Pointing Test is om het werk voor het schot van de staande hond te beoordelen. De honden worden solo, dus afzonderlijk, voorgejaagd. De hond moet slagen maken van ten minste 100 meter breed. De combinatie krijgt een loop van minimaal 10 minuten, waarin de hond wild moet presenteren. Net zoals bij onze veldwedstrijden wordt een fout(je), dat in de eerste minuut gemaakt wordt, de hond niet aangerekend, tenzij hij dan al uit de hand is. In dat geval wordt de loop meteen beëindigd en is het einde Grouse Pointing Test voor die hond. Het spreekt voor zich dat de hond met voldoende passie moet jagen om wild te kunnen vinden. Bij gevonden veerwild dient de hond aan te trekken en tot voorstaan te komen, waarna het wild op commando wordt geflushed. Bij het opvliegen van de Grouse moet de hond gaan zitten of in elk geval steady blijven staan en mag hij het wild vanzelfsprekend niet najagen. De keurmeesters beoordelen de snelheid en de wijze waarop het veld systematisch wordt afgezocht en natuurlijk de omvang van het veld dat door de hond wordt bejaagd, vervolgens de wijze waarop op eenmaal gevonden veerwild wordt voorgestaan en het wild wordt vastgemaakt en tot slot of de hond steady is bij het laten opvliegen van het wild door te gaan zitten of de plaats te houden.
Het ideale beeld laat een hond zien, wanneer de hond tijdens het flankeren volledig in harmonie is met zijn voorjager, die in alle rust (zonder een overmaat aan commando’s) de hond zijn werk laat doen. De hond moet het veld afzoeken met drive, doelgericht, met een goed tempo en hoge kophouding., voldoende veld nemen in een zodanig patroon dat geen veld wordt overgeslagen en bij het flankeren altijd draaien in de wind (om ook daar geen veld te missen), kortom jagen volgens de stijl van het ras. Vanzelfsprekend mag de hond tijdens zijn loop geen veerwild missen.
Tijdens de oefendag liet Guusje uitmuntend werk zien en kwam zij een keer of tien perfect tot voorstaan, daarbij de Grouse goed vast makend en was zij keurig steady bij het opvliegen van het wild. Kortom reclame voor de Slowaak tussen al dat Weimaraner-, Duitse Staande Kort- en Draadhaar- en Griffon Korthals volk (de Duitse Staande Korthaar, de Draadhaar en de Griffon Korthals waren honden van de keurmeesters). Ger liep bijna naast zijn “Chevalier laarzen” van trots door de complimenten die hij en vooral Guusje kreeg.
De verwachtingen voor de Grouse Pointing Test waren dan ook hooggespannen. Maar helaas, de eerste minuut voor Guusje zat er nauwelijks op, of ze stootte op zicht op een Grouse, waar zij geen verwaaiing kreeg, omdat de wind weer eens gedraaid was. Ze trok even aan en liet vervolgens de Grouse links liggen en zette haar zoekpatroon voort. Het was alsof ze wilde aangeven, “die Grouse, die zit daar gewoon in het zicht, dat is geen sport”. De keurmeesters dachten daar echter heel anders over en ik werd afgeblazen. Jammer, maar ik ben desondanks ontzettend trots op Ger en Guusje vanwege het werk dat deze combinatie een dag eerder heeft laten zien en de complimenten die zij daarvoor kregen van de keurmeesters en andere voorjagers, die als gezegd stevig onder de indruk waren van het werk van Guusje. Zo veel bij het veldwerk goed presterende Slowaken zijn er namelijk niet in Engeland.
Direct na Guusje was Hazy van ondergetekende aan de beurt. Zij nam van meet af aan behoorlijk veel veld en draaide aan het eind van elke slag keurig in de wind. Na zo’n minuut of vijf kreeg zij verwaaiing van haarwild. Dat was goed te zien aan de lage kophouding. Ik floot een keer of twee en Hazy vervolgde haar loop en liet gelukkig het haarwild (of de plek waar dat even daarvoor gezeten had) voor wat het was. Aan het eind van haar loop trok ze aan in een rechte lijn een meter of twintig naar voren, naar omlaag in de richting van een dalletje. Toen Hazy tot voorstaan kwam ging er aan de overzijde op de volgende heuvel een klucht Grouses op, maar Hazy bleef als een blok staan. Toen ik eenmaal naast haar was gekomen en wij samen voorzichtig naar voren liepen vloog er nòg een Grouse op. Hazy respecteerde de opgaande Grouse en daarmee was de kwalificatie Zeer Goed binnen.
Hazy voorstaand
Wij hebben verder nog fantastisch werk gezien van David Pilkington met zijn Weimaraner reu Havika, die een tweede loop kreeg en daarbij ongelooflijk veel terrein nam. De hond ging flankerend een vrij steile op en maakte bovenaan een geweldig punt. Toen hij terugkwam naar beneden werd hij met applaus begroet door de voorjagers en de keurmeesters.
Ook voor de Weimaraner Figlio van Dario was er een Very Good en het magistrale werk van Havika van David werd terecht beloond met een Excellent. De korthaar teef Quadet Ebba van Marilyn Chant kreeg een beoordeling Good in de jeugdklas.
Voor mij was er overigens nòg een prijs, namelijk de “Keepers Choice trofee” die toegekend wordt aan de combinatie, die de jachtopzichters qua werk eruit vonden springen. Een hele eer, misschien wel iets om nog trotser op te zijn dan de Very Good beoordeling door de keurmeesters, want dit zijn de jachtmensen die dag in dag uit met de jacht bezig zijn en puur kijken naar de praktische inzetbaarheid van de hond.
Wat ons ontzettend veel goed deed was de speech van keurmeester Godfrey Card die vertelde met gemengde gevoelens naar deze Grouse Pointing Test te zijn afgereisd. Nog maar zo’n 10 à 15 jaar geleden zag het veldwerk met Weimaraners er als volgt uit; de voorjager probeerde snel van links naar rechts door het veld te lopen en de Weimaraner had duidelijk moeite om zijn voorjager te volgen en bij te houden! Natuurlijk er waren enkele uitzonderingen, die wel goed werken, er zijn door de jaren heen zelfs twee Weimaraners veldwerkkampioen geworden, maar die goede veldwerkhonden waren op één hand te tellen en dat geldt ook voor de Slowaken. Wat hij echter vandaag en met name ook tijdens de oefendag had gezien was ongelooflijk. Wat een stappen voorwaarts zijn er gemaakt met de Weimaraner en de Slowaakse Ruwharige Staande Hond. Een vielen maar vier kwalificaties, maar ook de niet gekwalificeerde honden hebben zonder uitzondering tijdens de oefendag indrukwekkend gewerkt, met een passie en stijl die zoveel beter is dan hij tot voor kort gewend was. Fantastisch.
Natuurlijk ging tot slot onze dank uit naar de keurmeesters Godfrey Card & Mark Gittens en de jachtopzichters Will Morris en Matt Pollard. Maar deze test was niet mogelijk geweest zonder de tomeloze inzet van Dario Martina die gezorgd heeft voor de velden voor de oefendag en de Grouse Pointing Test en die veelal in z’n eentje dit evenement van kop tot staart tot in de puntjes heeft weten te organiseren. Chapeau Dario!
Jur Deckers